Hier moet ik dus het een en ander over mezelf gaan vertellen. Laat ik me eerst maar eens voorstellen dan: Mijn naam is Michael Tangeman.
Die rare snuiter op de volgende foto ben ik dus.
Is wel een heel oude foto, het wordt de hoogste tijd voor een nieuwe. Hoewel, hier ben ik nog heerlijk jong (en slank) 🙂 Nu is het ook nog zo dat ik getrouwd ben met mijn vrouw Soraya. Dat is de dame naast mij op de foto.
En tussendoor kreeg ons gezinnetje versterking in de vorm van twee zonen: Abel & Calvin. Dat zijn die twee piraten hieronder op de foto
Zo schattig als hier zijn ze echter al lang niet meer, deze foto is ook alweer 12-13 jaar oud.
Naast het zijn van echtgenoot en vader heb ik ook nog een dagtaak aan het zijn van een christen. Nu zul je misschien zeggen ‘dat is half Nederland’. Toch wil ik je graag vertellen hoe het komt dat ik een christen ben.
Ik ben niet religieus opgevoed en ik had niet erg veel besef van het ‘boven-natuurlijke’. Totdat ik op 18 jarige leeftijd van iemand het bijbelse verhaal te horen kreeg. Nu waren sommige van die verhalen wel een beetje bekend (kerst, pasen), maar de diepere waarheid achter de geboorte en het sterven van Jezus was mij nooit echt duidelijk.
Omdat ik toch wel enigszins nieuwsgierig was geworden, ging ik na dat gesprek over de mogelijkheid van een God nadenken. Maar toen ik er uiteindelijk niet uitkwam – menselijk redeneren hoeft niet altijd een oplossing te geven – besloot ik die God gewoon zelf te vragen. Als iemand een antwoord had, dan Hij wel!
Dus ik zei God dat ik wel in Hem wilde geloven als Hij echt bestond. Ik vroeg God om het mij duidelijk te maken als Hij bestond en mij te veranderen als dat nodig was. Want mij was verteld dat Jezus naar de aarde was gekomen om de straf van de menselijke zonde te dragen. En dat de mens als hij dat accepteert het eeuwige leven cadeau krijgt. Dus ik vroeg God mij m’n zonde te vergeven en mij te helpen.
Dit gebedje was een soort van proefballonnetje om uit te proberen of die God echt bestond. En inderdaad, Hij begon mij te veranderen. Opeens was er een zekerheid in mij over het bestaan van God. Ik twijfelde er geen moment meer over. Ook kreeg ik zekerheid over het bestaan van de hemel en dat ik op weg was daar naartoe. Ik kreeg een honger om meer van God te weten, ik ging naar een kerk en ik ging de bijbel lezen. Uit de dingen die ik in de bijbel las, bleek dat mijn gebedje een bekeringsgebed was geweest. Jezus zegt hierover dat dit de enige manier is om in dit leven God te leren kennen. Pas als dat gebeurd is, kan een mens iets van God ervaren. Mijn leven is sindsdien niet meer hetzelfde geweest.